Screening van pasgeborenen

Pasgeborenen die eerstegraadsverwanten (nakomeling, broer, zus) zijn van reeds gekende diabetespatiënten kunnen eveneens gescreend worden. Op deze manier kunnen we de vroege merkers van de ziekte in het allervroegste stadium opsporen, namelijk bij de geboorte, en de evolutie ervan nabij volgen. Bij een verhoogd risico kunnen we een regelmatige opvolging van het kind voorstellen en kunnen zij vanaf de leeftijd van 5 jaar deelnemen aan preventie-studies.

Wie kan aan deze screening deelnemen ?

Pasgeboren baby’s die een broer, zus, vader of moeder hebben met diabetes (ontstaan voor de leeftijd van 35 jaar)

Hoe gebeurt de screening?

• Informatie over BDR en de risicobepaling
• Tekenen van een toestemming voor deelname 
• Invullen van een vragenlijst, bij voorkeur voor de geboorte. Deze wordt door de gynaecoloog aangevuld met de gegevens omtrent de baby en bevalling.
• Bloedonderzoek bij de baby, afname via de navelstreng onmiddellijk na de geboorte. 
• Bloedafname bij de moeder (éénmalig), op de dag van de bevalling.
• Bloedonderzoek bij de diabetespatiënt, indien nog niet in het BDR geregistreerd.
• Nadien gedurende 4 jaar 1 maal per jaar bloedafname bij baby (net als voor de andere personen die deelnemen aan de studie rond “vroege diagnose en preventie van diabetes”).
• Verdere opvolging in functie van het risico

Praktische richtlijnen

Van zodra u beslist heeft uw baby te laten screenen, licht u uw diabetoloog (of de diabetoloog van uw familielid) en uw gynaecoloog hierover in, bij voorkeur in een vroege fase van de zwangerschap. Zij zullen ons hiervan op de hoogte brengen. Het nodige materiaal (vragenlijst, formulieren en buizen voor bloedafnames) zal hen toegestuurd worden en u worden meegegeven ter gelegenheid van prenataal onderzoek of een bezoek aan de diabetoloog. Dit pakketje dient u bij te hebben op het moment van de bevalling. We raden aan de vragenlijst rustig in te vullen, liefst samen met de diabetoloog of gynaecoloog en voor zover mogelijk nog tijdens de zwangerschap.  

Na de bevalling worden de bloedmonsters verwerkt en opgeslagen in het ziekenhuis en opgehaald door het BDR, samen met de vragenlijst en de formulieren.